The White Stripes: Het porseleinen jubileum van Elephant

Publicatiedatum 24-04-2023 Laatst gewijzigd 18-09-2023

Het vierde album Elephant bezorgde The White Stripes in 2003 een wereldwijde doorbraak. Het van dat album afkomstige nummer Seven Nation Army wordt nog altijd wekelijks gescandeerd in sporthallen en stadions. Het porseleinen – 20-jarige – jubileum van het album wordt gevierd met een heruitgave waarbij de oorspronkelijke studiotracks zijn aangevuld met de registratie van een concert uit 2003 in de Aragon Ballroom in Chicago. De reissue komt op 21 april uit.

 

Zweem van mysterie

 

Het succes van Elephant kwam niet uit de lucht vallen. The White Stripes hadden in de voorgaande jaren al een solide basis gelegd met The White Stripes (1999), De Stijl (2000) en White Blood Cells (2001) – albums vol kolkende garagerock, blues, punk en zelfs wat vleugjes country en gospel. Het was een bijzondere band, niet alleen vanwege deze bijzondere muzikale cocktail. Veel meer dan andere artiesten onderkenden The White Stripes het belang van een consequente visuele presentatie. Zanger, gitarist en componist Jack White was een bewonderaar van de Nederlandse kunststroming De Stijl, met als belangrijkste vertegenwoordigers schilder Piet Mondriaan en ontwerper en architect Gerrit Rietveld. Het kwam terug in het rood, wit en zwart dat niet alleen de platenhoezen domineerde, maar alles wat met de band te maken had. Van de kleding tot de instrumenten. Om het tweetal hing ook een zweem van mysterie. Waren het broer en zus, zoals lang door henzelf gesuggereerd werd? Of waren Meg en Jack White een stel? En dan waren er nog de intense optredens, waarbij Jack White zichzelf elke avond weer in een extase speelde. Schreeuwend en kronkelend, alsof elke show de laatste kon zijn. Hij vormde een mooi contrast met de stoïcijns en monotoon op haar drumstel inhakkende Meg White. Kortom, er waren genoeg redenen om veel van The White Stripes te houden.

 

Toe Rag Studio

 

 

Het grootste deel van het vierde album Elephant werd in een paar weken in april 2002 in de Toe Rag Studio in Londen opgenomen. Jack White wilde terug naar de ambachtelijke eenvoud van de oude blues en rock-‘n’-roll albums. In deze studio kon hij werken met decennia oude buizenapparatuur en beperkte hij zich bewust tot acht analoge sporen om alles vast te leggen. Tegelijkertijd brak de band met de Spartaanse sound van de voorgaande albums. De songs werden meer dan voorheen ingekleurd met gedubbelde gitaarpartijen, terwijl Jack White ook tekende voor bijdragen op de piano. Zonder het karakter van The White Stripes te verloochenen, creëerde hij daarmee wel een geluid dat op maat gesneden was voor een breder publiek. Het album bevatte eigen werk, met een belangrijke uitzondering: een cover van het Burt Bacharach-nummer I Just Don’t Know What To Do With Myself, ooit groot gemaakt door Dusty Springfield. Nog geen drie minuten pure wanhoop, voor Jack White het ideale vehikel om zichzelf weer eens ouderwets binnenstebuiten te keren.

 

Seven Nation Army

 

 

Het sleutelnummer van Elephant was echter Seven Nation Army; het eerste nummer van de plaat, dat op 17 februari 2003 op single werd uitgebracht. De platenmaatschappijen die The White Stripes in verschillende landen vertegenwoordigden hadden allemaal een ander liedje op het oog, maar Jack White zette door. Seven Nation Army moest en zou de eerste single worden. De muzikant kreeg gelijk zoals hij zelfs vermoedelijk niet voor mogelijk had gehouden. Niet alleen schoot de single in tientallen landen de hitlijsten in, in de loop van 2003 kreeg het ook een hele nieuw leven in sporthallen en stadions. De pakkende melodie van het liedje werd in oktober 2003 voor het eerst gescandeerd tijdens de voetbalwedstrijd Club Brugge en AC Milan. Nadat Club Brugge-speler Andrés Mendoza gescoord had, scandeerden de Belgische supporters de melodielijn van het liedje. Het duurde niet lang of andere supportersscharen namen het over, waarmee Seven Nation Army zich als een olievlek over het sportende deel van de wereld verspreidde. Nog altijd klinkt het thema wekelijks bij talloze sportfestijnen, waarbij het publiek zich soms beperkt tot de melodie of er de naam van een van de spelers in verwerkt.

Verschillende kleurstellingen

 

Net als bij de voorgaande albums was het artwork heel belangrijk. Meg en Jack White lieten zich door fotograaf Patrick Pantano vastleggen. Later werd duidelijk dat hun poses, met een beetje inbeeldingsvermogen, gekozen waren om de oren van een olifant te verbeelden. Opnieuw domineerden de kleuren rood, wit en zwart. De vele verzamelaars van The White Stripes werden extra geprikkeld toen bleek dat de albums en cd’s in de diverse landen in verschillende kleurstellingen uitgebracht werden. Wie er een beetje oog voor had, zag dat de details in de foto’s ook verschilden. Het verbaasde ook niemand dat de 2013-uitgave ter gelegenheid van Record Store Day opnieuw andere kleuren bevatte, zoals dat bij de 20-jarige jubileumuitvoering niet anders zal zijn. Elephant verscheen oorspronkelijk op 1 april 2003. De nieuwste heruitgave ligt op 21 april in de winkel. Het bevat naast de bekende studio-tracks een compleet optreden van 2 juni 2003 in de Aragon Ballroom in Chicago, waar het tweetal onder anderen Hotel Yorba, Seven Nation Army en Let’s Build A Home speelde. Een opwindende show, die liet horen hoe onvergelijkbaar goed The White Stripes op het podium waren.

Platinastatus

 

Elephant bezorgde The White Stripes in 2003 een wereldwijde doorbraak. Het was niet alleen te danken aan het succes van het liedje Seven Nation Army. Het album zelf haalde in Engeland de eerste plaats van de albumlijst. In Amerika stoomde Elephant op tot de top 10 van de Billboard albumlijst, om uiteindelijk de platinastatus te halen – goed voor 1 miljoen verkochte exemplaren. Opvallend was daarbij dat het commerciële succes hand in hand ging met de artistieke waardering. Alom werd Elephant onthaald als een instant klassieker. Het album gemaakt door een duo dat de creatieve top bereikt had. Het toonaangevende blad Rolling Stone beloonde het met de volle vijf sterren. Het prijkte ook prominent in talloze eindejaarlijstjes. Nog altijd wordt het door veel fans gezien als de beste plaat van the White Stripes ooit. De twee vervolgden het verhaal met de albums Get Behind Me Satan (2005) en Icky Thump (2007). Het werd daarna stil rond The White Stripes en in 2011 werd bekendgemaakt dat de band niet langer actief was. Meg verdween in de anonimiteit. Jack White stortte zich op allerlei nieuwe muzikale projecten, terwijl hij daarnaast zijn Third Man Records imperium uitbreidde met platenzaken, studio’s en een platenperserij. Zoals het er nu uitziet, hoeven we niet te hopen op een reünie van The White Stripes. Op zich jammer, maar daar staat wel een mooi, compact oeuvre tegenover. Het kent geen zwakke plekken, omdat de twee uit elkaar gingen voordat de magie vervlogen was. Elephant is nog altijd het hoogtepunt van die muzikale erfenis.

The White Stripes: Het porseleinen jubileum van Elephant

Reacties