Het is 40 jaar geleden dat The Clash na veel schaven en schrappen het vijfde album Combat Rock presenteerde. Terug naar de eenvoud leek daarbij het motto van de Britse band te zijn. Het succes was groot. Het album bevatte met Rock The Casbah en Should I Stay Or Should I Go twee wereldhits. Vanwege het jubileum is het album opnieuw op vinyl en cd verschenen, met als bonustracks The People’s Hall repetitieopnamen.
Voor The Clash was het een tijd vol contrasten. De band was voortgekomen uit de punk die de muziekwereld in 1977 even flink door elkaar had geschud. Nadat die storm weer was gaan liggen, wist de groep rond zanger en gitarist Joe Strummer, gitarist Mick Jones, bassist Paul Simenon en drummer Nicky ‘Topper’ Headon zich te handhaven door stilistisch de vleugels uit te slaan. Sterker nog, The Clash werd alleen maar populairder nadat het invloeden uit de rock, reggae, ska, pop en jazz integreerde. Die muzikale bevrijding zorgde voor een creatieve vloedgolf met als resultaat de dubbel-lp London Calling (1977) en de 3-lp set Sandinista! (1980). Twee absolute classics.
Terwijl de recensies juichend waren en de albums uitstekend verkochten, stormde het achter de schermen. Het boterde niet meer tussen Mick Jones en de rest van de band. The Clash had daarnaast moeite met de keerzijde van het immense succes. De band was voor hun gevoel te groot en te professioneel geworden. The Clash was losgewoeld van de punkwortels. Daar kwam nog bij dat slagwerker Topper Headon worstelde met een verslaving aan heroïne en cocaïne, wat een steeds grotere wissel trok op zijn inzet.
De sessies voor het nieuwe album begonnen in 1981 dan ook niet onder een al te gunstig gesternte. De eerste opnamen werden in Londen gemaakt. The Clash streek daarna neer in de ooit door Jimi Hendrix opgezette Electric Lady Studio in New York. De band ging vervolgens op tournee in het verre oosten. In Thailand werd door Pennie Smith een foto gemaakt die uiteindelijk op de voorkant van het nieuwe album terechtkwam. Na het einde van die concertreeks wachtte weer in Londen de klus om uit de vele opnamen een samenhangend album te boetseren.
Aanvankelijk was het plan om van het nieuwe album, werktitel Rat Patrol From Fort Bragg, opnieuw een epos van meerdere schijven te maken. De band stapte daar toch vanaf. In muzikaal opzicht wilde The Clash niet terug naar de punk, maar het kwartet verlangde wel naar de eenvoud, spontaniteit en compactheid van die begindagen. De ruwe versie van het album duurde bijna 80 minuten. Na het schrappen van een aantal songs en het kortwieken van de liedjes die mochten blijven, bleef er een enkele lp over van iets meer dan drie kwartier.
De toon van veel teksten was somber. Dat werd niet zozeer veroorzaakt door de interne strubbelingen, als wel door een aantal externe factoren. Zoals met name de Vietnamoorlog. In 1975 was die afgelopen, na een smadelijke nederlaag voor het Amerikaanse leger. De verse wonden werden in 1979 opengereten door de indrukwekkende film Apocalypse Now van Francis Ford Coppola, nog altijd een van de meest indrukwekkende Vietnam-films. Het beladen onderwerp kwam terug in songs als Straight To Hell, Sean Flynn en Inoculated City. In dat laatste nummer had dichter Allan Ginsberg een gastrol. Er waren verder bijdragen van o.a. zanger Joe Ely en Meat Loaf-zangeres Ellen Foley. Die laatst was destijds ook de partner van Clash-gitarist Mick Jones.
Hun naar verluidt stormachtige relatie zou volgens sommige interpretaties de basis zijn voor een van de niet-politieke songs: Should I Stay Or Should I Go. Volgens andere verklaringen zou het te maken hebben met de onvrede die Mick Jones – de componist van het nummer – voelde over de koers van The Clash. De muzikant zelf veegde al die verhalen van tafel. Het was volgens gewoon een lekker rocknummer, met een tekst over een gevoel waardoor we allemaal wel eens besprongen worden. De pakkende gitaarakkoorden en de ongetwijfeld herkenbare teksten zorgden ervoor dat het nummer als single een grote hit werd. Het bleek ook nog eens meerdere levens te hebben. In 1991 werd het opnieuw uitgebracht, nadat het gebruikt was voor een spijkerbroekreclame. En in 2016 kende het nummer een nieuwe revival door de Netflix serie Stranger Things.
Al eerder had The Clash ook al een hit gescoord met het van het nieuwe album afkomstige Rock The Casbah. De muziek was grotendeels geschreven door Topper Headon, terwijl Joe Strummer de tekst bedacht over een fictief Arabisch land waar popmuziek verboden werd. Overigens bood hier de recente Iraanse revolutie hem inspiratie. Het album zoals dat met de titel Combat Rock in mei 1982 uitkwam, was een minstens zo groot succes. The Clash haalde er bijvoorbeeld zowel in Amerika als in Engeland de top 10 van de albumlijsten mee. Combat Rock wist zich zelfs meer dan een jaar in de Amerikaanse Billboard Pop Albums Chart te handhaven. The Clash was populairder dan ooit.
Het succes masseerde de interne problemen niet weg. Integendeel. The Clash ging op tournee met The Who, maar ondertussen viel de groep langzaam uit elkaar. De nog altijd hevig verslaafde Topper Headon was het eerste slachtoffer – hij werd nog voor het uitkomen van Combat Rock ontslagen. Mick Jones volgde niet veel later. De zwanenzang Cut The Crap werd gemaakt door een versie van the Clash die eigenlijk alleen nog maar op papier bestond. Paul Simenon was niet op het album te horen. De betrokkenheid van Joe Strummer was minimaal. Het waren nieuwkomers en de manager die nu de lakens uitdeelden. Het resulterende album was dramatisch slecht en werd dan ook door fans en band niet als een serieus Clash-album gezien. In 1986 gebeurde het onvermijdelijke: de band viel uit elkaar.
In de jaren die volgden stak regelmatig de roep om een reünie de kop op. Hoewel de verstandhoudingen al snel weer verbeterden en de verschillende leden met elkaar samenwerkten, kwam het er toch niet van. De plotselinge dood van Joe Strummer in 2002 maakte een wreed einde aan alle dromen over een comeback van The Clash. Wat rest is de muziek. De albums en singles hebben de tand des tijds getrotseerd. Wat zeker geldt voor het laatste, echte album dat de band ooit uitbracht: Combat Rock. De op 20 mei verschenen jubileumeditie bevat als extra’s de opnamen van de repetities die The Clash hield in the People’s Hall in Londen. Het zijn vroege en soms sterk afwijkende versies van nummer zoals die op het reguliere album uitkwamen. De heruitgave is beschikbaar als 2cd of 3lp-set.