Afgelopen weekend werd hij 80, maar aan langzamer aan doen lijkt Paul McCartney niet te denken. De voormalige Beatle heeft net een uitverkochte Amerikaanse tournee afgesloten, waarbij hij elke avond meer dan twee uur op het podium stond. Zijn eerste show na zijn verjaardag was gisteravond, als hoofd-act op het Glastonbury festival in Engeland. Een mooie aanleiding voor de 10 van Paul McCartney, waarbij we ons gemakshalve hebben beperkt tot zijn post-Beatles werk.
De eerste soloplaat van Paul McCartney verscheen op het moment dat bekend werd dat The Beatles definitief uit elkaar waren. Een slecht gesternte dat vooral zichtbaar werd in de zure kritieken die McCartney – het album – kreeg. Hij had het opgenomen in de verwarrende en voor hem deprimerende nadagen van zijn band, waarbij hij veel steun had ondervonden van zijn echtgenote Linda. Maybe I’m Amazed was dan ook een love song die aan haar was gewijd. Een prachtig opgebouwd nummer, hartstochtelijk door McCartney gezongen. Het behoort tot zijn beste werk, daar is iedereen het inmiddels wel over eens.
Een James Bond song moet groots klinken. Overdadig. Het bioscoopbezoek uit de stoelen blazen. In 1972 werd Paul McCartney gevraagd om het themanummer voor de een jaar later te verschijnen James Bond-film te schrijven. Hij las het boek waarop de film gebaseerd zou worden, schreef in een avond tijd het complete nummer en nam het een week later op – tijdens de sessies voor het Red Rose Speedway album. Zo makkelijk gaat dat kennelijk als je een genie bent. Het – letterlijk – explosieve nummer groeide uit tot een van de iconische Bond-tunes en geldt nog altijd als een hoogtepunt van elke McCartney-show.
‘Een geweldig nummer en een geweldig album’, oordeelde John Lennon over Band On The Run. Hij was geen man die doorgaans scheutig was met complimenten. Het titelnummer van het album uit 1973 was opgebouwd als een medley van drie verschillende muziekstukken. De tekst was deels geïnspireerd op de zakelijke troebelen waar de ex-Beatles na het einde van hun band in verwikkeld waren. Zo haalden een verzuchting van George Harrison tijdens een zoveelste slopende vergadering (‘If we ever get out of here’) de tekst van dit absoluut briljante popnummer.
Kort nadat hij zijn (toekomstige) vrouw Linda had ontmoet, begon hij al aan deze love song voor haar. In muzikaal opzicht koos hij voor een gedragen ballade, in de stijl van the Long And Winding Road, een nummer waar hij in diezelfde periode aan werkte. In 1972, tijdens de eerste tournees met zijn nieuwe band Wings, stond het al op het programma. Toch duurde het nog tot 1973 voor hij My Love opnam. Het ontroerende liefdesliedje kreeg een plaats op zijn album Red Rose Speedway.
De eerste single afkomstig van de artistieke en muzikale triomf Band On The Run was Jet. Het grootste deel van het album was onder beroerde omstandigheden opgenomen in Nigeria, maar voor deze energieke rocksong keerde Paul McCartney en Wings – of wat daar op dat moment nog van over was – terug naar de vertrouwde Abbey Road Studio in Londen. Over wie of wat Jet was heeft McCartney zelf vooral veel twijfel gezaaid. Afhankelijk van het jaar waarin hij werd geïnterviewd zou Jet gaan over een labrador pup, een pony op zijn Schotse landgoed of zijn schoonvader. Jet werd veel later geadopteerd als de bandnaam door een Australische rock band.
Een razend knap geconstrueerde songs met een nostalgisch trekje. En daarmee typisch een nummer van Paul McCartney. Uncle Albert was een verwijzing naar een oom waar hij goede herinneringen aan had. Allerlei geluidseffecten en een deels met een telefoonstem gezongen partij versterkten die sfeer. Het nummer was in Abbey Road-stijl een soort collage van losse ideeën waar Paul McCartney al in de laatste jaren bij The Beatles aan gewerkt had. Elke twijfel of hij creatief op eigen benen kon staan werd ermee weggeblazen. Hij scoorde er in 1971 bovendien een Amerikaanse nummer 1-hit mee.
Paul McCartney was nooit een muzikant die te koop liep met zijn diepste zielenroerselen. Hij vertolkte echter heel zuiver hoe hij de in 1980 vermoordde John Lennon miste in dit kleine, ontroerende liedje Here Today. Het staat op Tug Of War, een van zijn meest geslaagde soloplaten. McCartney speelde het sindsdien regelmatig tijdens optredens, waarbij zijn brok in de keel nooit ver weg was.
Het album London Town verscheen in 1978, in een verwarrende tijd die gedomineerd werd door punk, new wave en disco. De plaat kon op weinig weerklank rekenen en toegegeven: er prijkten ook nogal wat zwakke liedjes op. Dat zelfs op een matig McCartney en Wings-album een pareltje kan staan, bewees With A Little Luck: een prachtige compositie, fraaie koortjes, een lekker toetsenpartijtje en een voorzichtig optimistische boodschap.
Terwijl George Harrison indruk maakte met een 3-lp epos en John Lennon zich op zijn albums binnenstebuiten keerde, kwam Paul McCartney voor de dag met een bescheiden liedje over de eenzaamheid en het verdriet van een anonieme vrouw. Hoewel het in wezen een echo was van zijn meesterlijke Beatles-song Eleanor Rigby, werd Another Day in 1971 door velen destijds afgedaan als een overbodig en achterhaald liedje. Lennon zelf deed er nog een schepje bovenop door in zijn scherpe How Do Yo Sleep? te zingen: ‘The only thing you done was yesterday. And since you've gone you're just another day.’ De tijd is echter gunstig geweest voor Another Day. Losgeweekt uit de tumult van toen is het een prachtig liedje met een liefdevolle observatie als tekst.
In de jaren tachtig had Paul McCartney de wind bepaald niet mee. Veel van zijn albums verkochten matig en werden door de pers koel onthaald. Hij bereikte zijn dieptepunt in 1984 met Give My Regards To Broadstreet, de film en de bijbehorende soundtrack. Hij nam een aantal van zijn oude Beatles- en solosuccessen opnieuw op. Allemaal overbodige versies. De bloedmooie ballade No More Lonely Nights, een van de weinige nieuwe songs, was de bloem in de dorre woestijn. Met Pink Floyd’s David Gilmour op gitaar.