Een profiel van Tool dat alles altijd net wat anders wil doen.
Voor velen waren de ep Opiate uit 1992 en het debuut Undertow uit 1993 de eerste kennismaking met het Amerikaanse fenomeen Tool. De band diende zich aan op het moment dat Seattle even het epicentrum van de rockmuziek was. Het viertal rond zanger Maynard James Keenan werd aanvankelijk ook gerekend tot de nieuwe lichting heavy gitaarbands. Toch onderscheidde Tool zich al vroeg van alle tijdgenoten met even diepgravende also duistere teksten en door enorme speltechnische vaardigheden aan de dag te leggen. De band had daarmee een heel eigen sound, die nog verder uitgediept werd op de platen die volgden: Ænima (1996), Lateralus (2001), 10,000 Days (2006) en Fear Inoculum (2019).
Anders dan veel andere bands haalde Tool liet Tool zich op heel verschillende manieren inspireren. Zo was op de eerste albums de niets ontziende Amerikaanse stand-up komiek Bill Hicks een belangrijke invloed op het wereldbeeld van de groep. De band maakte daar ook geen geheim van en het bezorgde Hicks in de laatste jaren van zijn te korte leven een heel nieuw publiek. Ænima, dat na zijn dood uitkwam, werd dan ook aan hem opgedragen. In muzikaal opzicht werd de progressieve rock steeds belangrijker. De songs werden langer en complexer. Opvallend was dat het succes alleen maar toenam. Ook hier stak Tool niet onder stoelen of banken waar deze impulsen vandaan kwamen. In interviews viel opvallend vaak de naam van de eigenzinnige Britse progressieve rockformatie King Crimson. In 2001 gingen beide bands gezamenlijk op tournee, waarbij een journalist de bands omschreef als de ‘voormalige en toekomstige koningen van de progressieve rock’. Andere bands en artiesten die die de leden van Tool (ooit) inspireerden waren o.a. Rush, The Melvins, Pink Floyd, The Sex Pistols, Peter Gabriel, Helmet, Faith No More, Meshuggah en Janes Addiction.
Naast de muziek besteedt Tool traditioneel veel aandacht aan de manier waarop deze gepresenteerd wordt. De clips zijn steevast ware kunststukjes. Alleen in de eerste twee waren de bandleden te zien, daarna verdwenen ze uit beeld. Het moest om de muziek draaien, niet om de mensen, vond Tool. De clips voor songs als Sober, Prison Sex, Stinkfist, Schism, Parabola en Vicarious werden (mede) gemaakt door gitarist Adam Jones, die hoofdverantwoordelijk is voor de grafische kant van het Tool-verhaal. Hij werkte ook aan de nieuwe video die gemaakt werd voor Opiate2. Zijn hand is ook vaak terug te zien in de verpakking van de albums. De cd-versie van 10,000 Days was gestoken in een uitklapbaar hoesje. Daar zat een brilletje – een stereoscoop – in verwerkt, waar het 3D-artwork door bekeken kon worden. Tool overtrof zich helemaal met de luxe cd-versie van Fear Inoculum. De uitvouwbare hoes herbergde een 4-inch HD scherm waarop unieke visuals te zien waren. Uit het ingebouwde speakertje klonk het niet op het album te vinden nummer Recusant Ad Infinitum. Een boekje van 36 pagina’s maakte het pakket compleet. Tot verdriet van de hondstrouwe fan schare verscheen het album aanvankelijk niet op vinyl. Tot nu dus. Tijdens de recente Amerikaanse tournee werd al een 5 lp set verkocht, die op 8 april ook officieel in Europa uit zal komen. De eerste impressie van het artwork is opnieuw indrukwekkend, al hangt er een stevig prijskaartje aan.

De eigenzinnigheid van de band komt misschien nog wel het sterkst naar voren tijdens de optredens. De band verlangt van het publiek totale aandacht voor de muziek en is daarom fel tegen het maken van filmpjes en foto’s met de smartphone. Er wordt ook nadrukkelijk op gelet of dat verbod nageleefd wordt. Er zijn ook hele wat YouTube accounts gesneuveld waarop zelfgemaakte concertopnamen stonden, nog een gevoelig punt bij de band. Zoals de band onzichtbaar is in de meeste video’s, staan de muzikanten ook tijdens de optredens niet centraal. Zanger Maynard James Keenan is vaak achteraan op het podium of half in de coulissen te vinden. Hij richt zich daarbij vaker op de videoschermen, dan richting het publiek. Volg-spots, vaste prik tijdens reguliere rockshows, zijn er dan ook niet. Net zo min als camera’s die close-ups van de bandleden moeten maken. In plaats daarvan wordt alle aandacht van de aanwezigen bewust geleid naar de vaak overdonderende visuals.
De eigen koers die de band voer, leverde indrukwekkende albums, fascinerende clips en onvergetelijke optredens op. Soms had de gepatenteerde dwarsheid van Tool ook een keerzijde. Vaker dan doorsnee bands had de band het aan de stok met managers. Zoals de bandleden ook heel wat medewerkers van platenmaatschappijen hoog de gordijnen ingejaagd zal hebben met de compromisloze opstelling. En de soms verontrustende thematiek en beelden in clips en albumhoezen kwam Tool meer dan eens op boycots te staan door Amerikaanse winkelketens en clipzenders. De zakelijke conflicten, die niet zelden voor de rechter eindigden, zorgden ervoor dat het soms jarenlang doodstil was rond de band.
In dat licht is het ook weer opvallend hoe stabiel Tool altijd is gebleven. Al 32 jaar bestaat de band naast Maynard James Keenan en gitarist Adam Jones uit meesterdrummer Danny Carey. De enige wisseling van de wacht betrof de vervanging in 1995 van de oorspronkelijke bassist Paul D’Amour door Justin Chancellor. Heel solide is ook de relatie tussen de band en de schare fans. Tussen 10,000 Days en Fear Inoculum gaapte liefst een gat van 13 jaar. Een stille periode waarin heel wat fans de tijd doodden op een van de vele sites waar de teksten, muziek en andere aspecten van de band tot in de kleinste details ontleed worden. Toen het laatste album eindelijk uitkwam, repten de fans zich gewoon weer naar de platenzaak om er een nieuw verkoopsucces van te maken.