Meat Loaf is de naam van een van de meest onwaarschijnlijke succesverhalen die de popmuziek rijk is. Tegen de verdrukking en de tijdgeest in groeide het debuut Bat Out Of Hell met 43 miljoen exemplaren uit tot een van de best verkochte rockalbums aller tijden. De vorig jaar overleden componist Jim Steinman was weliswaar de geestelijk vader van het unieke project, Michael Lee Aday alias Meat Loaf was het karakteristieke boegbeeld. Hij overleed 20 januari 2022 op 74-jarige leeftijd.
Het succesverhaal van Meat Loaf kende een eindeloze aanloop. Michael Lee Aday was in de jaren zestig al actief in allerlei bandjes, waarmee hij opende voor grootheden als The Who, The Stooges, MC5 en Grateful Dead. Hij zat toen al stevig in het vlees, wat een sportcoach op het lumineuze idee bracht om hem de bijnaam Meat Loaf te geven. Alles aan Meat Loaf was trouwens groot: zijn voorkomen, zijn persoonlijkheid en zijn stem. Hij leek daarmee geknipt te zijn voor musicals en Broadway-shows. In de eerste jaren van zijn loopbaan figureerde hij dan ook met succes in voorstellingen als Hair en The Rocky Horror Picture Show. Voor Motown mocht hij in 1971 met zangeres Stoney wel een soul-achtig album maken, maar dat kwam vrijwel direct in de uitverkoopbakken terecht.
Niet veel later liep hij componist Jim Steinman tegen het lijf die aanvankelijk plannen had voor een nieuwe musical, waarvoor hij Meat Loaf als hoofdpersoon in wilde lijven. Vanaf 1972 werd er gewerkt aan het project dat van musical langzaam in een album veranderde. Steinman werd daarin bijgestaan door producer Todd Rundgren, zijn band Utopia en leden van Bruce Springsteen’s E Street Band. Vrijwel alle platenmaatschappijen liepen er met een grote boog omheen, maar uiteindelijk werd het label Epic bereid gevonden om het debuut Bat Out Of Hell in 1977 uit te brengen. De promotie was minimaal, het album leek als een baksteen te zinken.
Tot her en der de clip voor de single Paradise By The Dashboard Light op tv opdook. In Engeland gebeurde het in het popprogramma The Old Grey Whistle Test, in Nederland werd de tv-kijker in de pauze van een belangrijke voetbalwedstrijd met het fenomeen Meat Loaf geconfronteerd: een zwaarlijvige, hevig transpirerende man in een bizar soort liefdesduet met de frêle zangeres Patti Ruso. Die laatste had overigens kort tevoren Ellen Foley vervangen, die daadwerkelijk in het nummer te horen was. Typisch een clip om lekker van te griezelen, maar de muziek maakte erg veel los. Telkens als het epische nummer op tv kwam, werden platenzaken platgebeld met bestellingen voor de lp.

Zowel de single als de lp schoten dan ook al snel hoog de hitlijsten in. En dat allemaal in het tijdperk van de punk en de disco, dat dicteerde dat een liedje kort of dansbaar moest zijn. Meat Loaf en Bat Out Of Hell stond daar volkomen haaks op. Het was een uit de grootsheidswaan van Jim Steinman voortgesproten combinatie van rock, Phil Spector-achtige pop en Wagneriaanse bombast. Het publiek kon er echter geen genoeg van krijgen. Uiteindelijk zijn er naar schatting 43 miljoen exemplaren van verkocht.
Zoals vaker bij dit soort monstersuccessen het geval is, bleek het lastig om tijdig met een passend vervolg te komen. Meat Loaf raakte aan de drugs, wat Jim Steinman noopte om het volgende album zelf in te zingen. Overbodig te zeggen dat zijn grote vriend op het resulterende Bad For Good enorm gemist werd. Hij was weer present op Dead Ringer, dat in 1981 uitkwam, maar het momentum was inmiddels vervlogen. Meat Loaf leek zich dat ook te realiseren en ontpopte zich steeds vaker als acteur, onder anderen in de film Roadie en in de jaren negentig in (onder andere) Wayne's World en Fight Club.
De jaren tachtig vielen hem zwaar. Zakelijke conflicten zetten zijn relatie met Jim Steinman onder hoogspanning. Meat Loaf zocht uiteindelijk zelfs zijn heil bij de Duitse hit leverancier Frank Farian, bekend van de wegwerppop van Boney M en Milli Vanilli. Er kwam pas weer muziek in het verhaal toen hij in 1993 terugkeerde met Bat Out Of Hell II: Back Into Hell, gewoon weer met de vertrouwde Jim Steinman aan het roer. De plaat werd met veel scepsis ontvangen, maar er werden desondanks een mooie 15 miljoen stuks van verkocht, terwijl de ballad vol drama I’d Do Anything For Love (But I Won’t Do That) het duo een nieuwe wereldhit opleverde.
In 2006 verscheen Bat Out Of Hell III: the Monster Is Loose, waarop ook modernere invloeden doorklonken. Dit derde deel was aanmerkelijk minder succesvol dan de twee voorgangers, maar het gaf Meat Loaf een goed excuus om opnieuw op tournee te gaan. Hij bleef optreden, ook toen zijn fysiek ongemak steeds zichtbaarder werd en de tijd ook een wissel op zijn stem trok. In een interview eerder dit jaar in The Mirror meldde Meat Load echter nog vol plannen te zitten. In januari dit jaar wilde hij zelfs weer de studio in om een volgend album op te nemen. Het mocht niet zo zijn. Na jarenlang kwakkelen met zijn gezondheid overleed, toch nog plotseling, Meat Loaf op 74-jarige leeftijd. De machtige stem zwijgt voor altijd.
Patti Ruso toerde in de jaren '90 met Meat Loaf. Maar in 1978 was het Karla DeVito die Ellen Foley verving in de videoclips en op het podium