Van psychedelica tot punk en van hardrock tot house, Concerto trotseerde alle muzikale stormen. De platenzaak aan de Utrechtsestraat in Amsterdam is al meer dan 65 jaar het verzamelpunt voor muziekliefhebbers uit binnen- en buitenland. Ook de als maar voortwoekerende coronacrisis zal de iconische platenzaak niet op de knieën krijgen, weet eigenaar Dick van Dijk zeker. “We hebben alles ingezet op online verkoop en dat is uitstekend gegaan. We hebben er een nieuw publiek mee bereikt, terwijl we er een groot deel van de oude klanten mee wisten te behouden.”
Long read: +/- 10 minuten
Officieel opende Concerto al op 25 november 1955 de deuren. De eerste eigenaar was Gijs Molenaar en in de beginjaren werd de meeste omzet gehaald uit de verkoop van bladmuziek, platenspelers en muziekinstrumenten. De verhuur van pick-ups plus een selectie vrolijke lp’s, ideaal om een feestje op te luisteren, bracht aanvankelijk ook veel geld in het laadje van de kassa aan de Utrechtsestraat. De verkoop van platen stond in de eerste jaren nog op een laag pitje. Concerto was niet aangesloten bij de branchevereniging en kreeg om die reden niet geleverd door de platenmaatschappijen. Vandaar dat de winkel al vroeg naam maakte met de verkoop van tweedehands singles en lp’s.
In de loop van de jaren zestig en zeventig, zoon Wouter nam in die periode de zaak over, plooide Concerto zich naar de tijdgeest. De winkel in het centrum van Amsterdam werd de plaats waar de coolste platen gekocht konden worden. Ook het nieuwe spul, het platenkartel was inmiddels doorbroken. Die status wist Concerto te behouden terwijl muzikale stormen als psychedelica, punk, hardrock en dance voorbij trokken. Van een enkele winkel dijde het in de loop van de decennia uit tot de huidige vijf aaneengesloten panden. Concerto is anno 2022 een alles omvattende platenzaak met nieuw en tweedehands vinyl, dvd’s en cd’s, platenspelers en accessoires, boeken en bladen. De winkel heeft daarnaast een eigen label en uitgeverij. Sinds januari 2001 is Dick van Dijk de eigenaar, met zijn komst werd Concerto ook onderdeel van zijn Plato groep van platenzaken.
“We hebben alles ingezet op online verkoop en dat heeft uitstekend gewerkt. We hebben er een nieuw publiek mee binnengehaald, terwijl we er een groot deel van de oude klanten mee wisten te behouden. In die zin heeft het goed uitgepakt, maar voor de rest is het een drama. Voor iedereen. Er zijn Plato-winkels waar mensen heel lullig twee, drie plaatjes uit de kasten staan te trekken om aan de klant mee te geven, terwijl we bom en bom vol staan met de leukste spullen die je tijdens de normaal drukste weken van het jaar niet kunt verkopen. Komt bij dat het winkel-verhaal veel leuker is dan online verkopen. Het kost ook ongelofelijk veel geld. Hoewel we via de website dus heel goed draaien, is het kostentechnisch niet interessant. We verkopen niet vanuit een doos in een weiland, maar vanaf een heel dure winkelplek. Voor Concerto is de verkoop van tweedehands platen altijd heel belangrijk geweest. Die ligt tijdens een lockdown helemaal stil, omdat we online alleen nieuwe titels verkopen. Het heeft op alle manieren heel veel tijd, geld en energie gekost, maar we hebben het wel overleefd. Dat is het belangrijkste.”
“Zeker, die plannen waren er drie jaar geleden al, maar vanwege allerlei praktische problemen is het er nog niet van gekomen. Vooral technische dingen, zoals doublerende barcodes en oudere platen waarop die zelfs helemaal niet zit. Het was een heel gepuzzel, maar we zijn er bijna uit. We verkochten al wel via Discogs, maar dat is alleen leuk voor verzamelaars die bijzondere titels kopen. Voor duurdere lp’s kan dat eruit, maar voor platen van vijf, tien of vijftien euro is dat teveel werk, waarbij Discogs er natuurlijk ook nog behoorlijk wat voor wil hebben.”
“Al voor ik van school afgeschopt werd, werkte ik in een platenwinkel. Ik heb heel even overwogen om oceanografie te gaan studeren, want ik was helemaal gek van schelpjes en zo. Het bleek alleen een erg dure studie te zijn, die je ook nog eens alleen in Londen kon volgen. Ik heb toen nog wel een paar maanden de vooropleiding van het conservatorium gedaan – piano. In die tijd was dat nog een beetje jazz en veel klassiek, terwijl ik met mijn hoofd veel meer in de popmuziek zat. Het was dan ook een heel bewuste keuze om een eigen platenzaak te beginnen. Op mijn 21ste was ik oud genoeg om mijn eerste huurcontract te tekenen, wat ik die dag dan ook gedaan heb.”
“Klopt, in de jaren zeventig waren onder die naam in Leiden en Vlaardingen al winkels geopend. Het was een initiatief van distributeur Bertus, maar toen andere winkels luidkeels gingen protesteren, werden ze overgedaan aan de eigenaren. De zaak in Vlaardingen ging al snel ter ziele, die in Leiden bleef bestaan. Later kwam er een vestiging in Zwolle bij. Ik kwam daar regelmatig over de vloer en met de eigenaar daarvan ben ik de winkel in Apeldoorn begonnen – dat was de derde Plato. Na een jaar kwamen we erachter dat we beter apart verder konden gaan. Wat we dan ook gedaan hebben. In de jaren daarna heb ik de andere winkels overgenomen en nieuwe vestigingen geopend. Zo is het langzaam gegroeid. We kregen een blad (Platomania, red.), de boel werd geautomatiseerd, we gingen samen inkopen.”

“Tijdens de gesprekken met platenmaatschappijen liep ik regelmatig Gert (Mazurel, red.) en Erwin (Kroon, red.), de toenmalige eigenaren van Concerto, tegen het lijf. Erwin maakte vaak een grap. ‘Kopen?’ Hij had het dan natuurlijk over hun winkel. Ik moest daar alleen maar om lachen. ‘Rot op, kan ik toch niet betalen.’ Ze wilden toen wel samenwerken met ons blad, maar daar was ik nog niet aan toe. Ik wilde destijds nog zelf iets in Amsterdam beginnen. Concerto zat toen schuin tegenover Get Records, destijds de beste platenzaak van Nederland. Vooral heel erg geliefd in VPRO en VARA-kringen. Alleen liep de winkel voor geen meter omdat de eigenaar het dreef als een museum, niet als een platenwinkel. Toen het onvermijdelijke faillissement dreigde, kocht Concerto de winkel. (lachend) Alleen omdat ze bang waren dat ik op die plaats een Plato zou openen, bekende Erwin mij later. Net voor de eeuwwisseling belde hij echter op: ‘nu even serieus, wil je Concerto kopen?’. Ze zagen met lede ogen aan wat er gebeurde met de digitalisering van de muziekwereld. Het was ze ook nog niet gelukt om te automatiseren. Tussen de regels begreep ik ook dat de twee niet meer door een deur konden. De chemie was over. Ze waren er klaar mee. Ik had niet genoeg geld om zelf de overname te bekostigen, maar de banken vonden destijds gelukkig alles goed. Niets was te gek. Ik kon makkelijk iets met zes nullen lenen zonder dat er een zwaar onderpand tegenover stond.”
“Zeker. Er zijn veel prachtige platenzaken in Nederland, maar er zijn maar een paar iconische winkels. Het begon allemaal met RAF Hifi in Amsterdam. Boudisque was het heel lang. Net als Get Records, waar ik het net over had. Als het om de omvang en het aanbod gaat, komt Sounds in Venlo inmiddels ook in de buurt. Concerto heeft wat mij betreft die status vanwege de historie, de grootte en het enorme aanbod – met name tweedehands. Dat is altijd de dobber geweest. Het gaf ruimte om te experimenteren met de andere ruimtes. Terwijl andere winkels noodgedwongen heel statisch zijn, konden wij veranderen door gespecialiseerde afdelingen met hun eigen kassa’s en toonbank in te richten. Zoals we dat bijvoorbeeld deden toen de dance en elektro heel sterk opkwam. Concerto is zo heel lang een hippe winkel gebleven.”
“Ik zag wel wat er zou komen. Er zou altijd behoefte aan muziek zijn, daar was ik van overtuigd. Concerto was altijd heel goed in tweedehands en dat zag ik ook niet veranderen. Het moest alleen allemaal wel strakker. Zoals automatisering. Er viel winst te halen op het vlak van inkoop. Het was ook allemaal wat ouderwets. Het aanbod van Boudisque was bijvoorbeeld flitsender, bij Plato ook. Waar we niet op gerekend hadden, was dat de digitale revolutie zo snel zou gaan. Vooral de opkomst van Spotify zorgde voor een enorme dreun. Daar kwam nog eens de financiële crisis overheen. Vervolgens werd de Utrechtsestraat gerenoveerd. Het zou een half jaar duren, maar uiteindelijk waren we anderhalf jaar nauwelijks te bereiken. Dat was wel even een windkracht 12 die we om de oren kregen. Een orkaan.”
“Absoluut, dat is een fantastische ontwikkeling. Daar staat wel tegenover dat de daling van cd-verkopen wel heel dramatisch is. We hadden ook een vrij grote dvd-afdeling en dat gaat ook heel moeizaam. Het vinyl maakt echter alles goed. Absoluut.”
“We zijn geen museum, dus moet je meebewegen met de markt. We werden vervloekt toen we klassiek samenvoegden met de jazz, maar we konden niet anders. We hebben er alles aan gedaan om het onder de aandacht te brengen. We zullen echter altijd klassiek blijven verkopen. Net als jazz. Zoals ik ook verwacht dat we nooit afscheid van de cd’s zullen nemen. Ik zie zelfs een toekomst voor dvd’s omdat ik merk dat mensen toch een beetje streaming-moe aan het worden zijn, met altijd diezelfde titels. Verder proberen we ook veel ouderwets te houden. Als er weer een nieuwe platenbak bijkomt, wordt-ie bijvoorbeeld in dezelfde lelijke bruine kroegkleuren geverfd als vijftig, zestig jaar geleden.”

“Klassieke soul en jazz, country en singer-songwriters gaat in kleine golfjes, maar blijven erg populair. We hadden ooit een heel grote dance en elektro-afdeling. Daar is vrij weinig meer van over. Dat is vooral naar kleinere, gespecialiseerde winkels gegaan. We hadden ooit zoveel reggae dat je er bijna gek van werd, daar moesten we ook wat aan doen. Toch blijft ook reggae verkopen. Hier en daar zie je dus de boel instorten. Dat geldt nog in grootste mate voor klassiek. Ik vind dat zelf heel jammer.”
“Deels, maar het heeft ook te maken met een gebrek aan belangstelling bij jongeren. Ik vind het heel jammer, want het is toch prachtige muziek. Er gebeurt ook niets mee. Als er dan zo’n Paul Witteman op tv komt de je weer: yes! Maar hij preekt uiteindelijk toch vooral voor eigen parochie, daar krijg je geen nieuwe mensen mee over de klassieke streep. Ik zie ook wel waar het aan ligt. Als ik me weer even jong wil voelen, ga ik naar een klassiek concert aangezien de rest van het publiek echt stukken ouder is. Het wordt ook allemaal heel museaal aangekleed. Er zit geen greintje rock-‘n-roll bij, terwijl dat best zou kunnen. Plaats het eens in een andere setting. Het is ook wel gebeurd. Er is een initiatief geweest: Bier, Beethoven en Bach. Op de zondagmiddag. Een titel van niets, maar het werkte wel. Onder het genot van een biertje kon je heel ongedwongen naar een strijkorkestje luisteren. Een razend succes. Alleen moet daar altijd een beetje geld bij en dan verdwijnt het uiteindelijk ook weer.”
“Jazz is wel rock-n-roll. Er wordt ook nog altijd goede, nieuwe jazz gemaakt. De optredens vinden plaats in clubs. Er wordt aan gerefereerd door rappers. Zo blijft het cool.”
“Muziek is mijn grote liefde. Albums die belangrijk voor mij zijn, neem ik nog altijd mee naar huis. We hebben een wat raar jaar achter de rug. Voor mij persoonlijk waren er geen grote uitschieters, terwijl er in de breedte wel veel moois is uitgekomen. Ik heb Calvacade van Black Midi helemaal suf gedraaid. Op het nippertje, want net voor het einde van het jaar, kwam dat nieuwe album uit van Alison Krauss en Robert Plant. Wow, wat een fantastische plaat is dat! Curtis Harding (If Words Were Flowers, red.) kwam heel vaak voorbij, de Prince-reissues zijn ook altijd aan mij besteed. Zoals ik ook niet heen kon om de platen die het afgelopen jaar verschenen van Squid, Dry Cleaning, War on Drugs, Low – echt heel goed, en TV Priest – heerlijk knallen.”
“Ik denk het wel. Lang werd gedacht dat vinyl even zou opleven, waarna het toch weer een antiquarische status zou krijgen. Het bleef echter goed verkopen en ik zie het zelfs nog verder groeien. Ik snap het ook wel: muziek is emotie en het is leuk om dat vast te kunnen houden.”
“Oh ja joh. (lacht) Tien, vijftien jaar geleden zag het gemiddelde publiek er net zo vreselijk uit als ik. Of nog erger. Nog ouder. De vrouwen die over de vloer kwamen zaten zuchtend in de koffiehoek te wachten tot de mannen eindelijk eens klaar waren. De helft van de klanten zijn tegenwoordig jonge mensen, waarvan weer de helft bestaat uit jonge vrouwen. Hartstikke leuk.”
“Zeker, al sta ik zelf niet meer achter de toonbank. Te druk. Ik ben daardoor ook te traag geworden. Dat heeft niets met mijn motoriek te maken, maar de automatismen verdwijnen. Het kost mij bijvoorbeeld teveel tijd om een lp te bestellen. Alleen op festivals draai ik gewoon mee en dat is nog altijd erg leuk. Wat klanten betreft ben ik toch vaak bezig geweest met een soort muziektherapie. Hoe moet je mensen aan de praat houden, het goede advies geven, maar na verloop van tijd ook weer wegkrijgen. Ik heb heel wat bijzondere mensen voorbij zien komen. Zoals de mijnheer die wekelijks langskwam, zijn fiets met drie zware sloten tegen de pui vastzette en kwam vragen om de nieuwe Moody Blues die er nog lang niet was. Of de reggaefans die platen luisterden en zo van de wereld waren dat ze niet meer wisten waar ze waren. (lachend) Soms waren ze zo ver heen dat ik ze voor alle zekerheid maar zelf op de bus zette. Ook heel tragische gevallen. Diefstallen. Van alles heb ik meegemaakt. Het onlangs verschenen Concerto-boek staat er vol mee. Mijnheer Lettinga, een jazzverzamelaar die het hele land afreisde op zoek naar platen, heeft er zelfs een eigen hoofdstuk gekregen. Hij is in grote eenzaamheid overleden. Zijn nabestaanden hebben zijn collectie – 20.000 lp’s – weer aan ons verkocht. Een bijzondere man.”
“Dat onze Lieve Heer heel veel bijzondere, uitzonderlijke en verschillende mensen op deze wereld heeft geschopt. En dat iedereen zijn grappige, leuke en minder prettige kanten heeft. Wat je vooral leert is dat vrijwel iedereen enorm geraakt kan worden door muziek. Het is een van de grootste vormen van troost die de mens kan krijgen.”
Tekst: Robert Haagsma