Nieuws
De anekdote: De zoete wraak van Ritchie Blackmore

Wat kan er met topbands als Earth, Wind & Fire, Eagles, Deep Purple en Emerson, Lake & Palmer op het affiche fout gaan met een festival? Veel, zo bleek toen de organisatoren van het Amerikaanse California Jam festival op 6 april 1974 hun tanden stukbeten op de ijzeren wil van Purple-gitarist Ritchie Blackmore. 

De Britse hardrockband Deep Purple werd eind 1973 benaderd door Amerikaanse boekers die op 6 april op de racetrack van Ontario, Californië een immens rockfestival wilden organiseren. Er werd gemikt op zo’n 300.000 tot 400.000 bezoekers, een aantal dat ook daadwerkelijk gehaald werd. Om zo’n mensenmassa op de been te krijgen was wel een aantrekkelijk affiche nodig. Dat vulde zich al snel met klinkende namen als Earth, Wind & Fire, Rare Earth, Black Oak Arkansas, Eagles en Emerson, Lake & Palmer. Samen met die laatste groep was Deep Purple voor de organisatie de gedroomde co-headliner.

De gage was heel aantrekkelijk, dus de band had er wel oren naar. Alleen gitarist Ritchie Blackmore had zijn bedenkingen. Op vergelijkbare evenementen had hij zich vaak gestoord aan de slechte organisatie, zo schoot er zelden tijd over om te soundchecken. Aan optreden in het daglicht had de ‘prince of darkness’ van nature al een broertje dood. Op een festival spelen betekende bovendien dat Deep Purple de aandacht moest delen met andere bands en dat vergde een inschikkelijkheid waar Ritchie Blackmore niet rijkelijk mee was bedeeld.

De gitarist liet zich uiteindelijk toch overhalen. Wel liet hij een uitgebreid contract opstellen, met als een van de belangrijkste voorwaarden dat de band pas zou optreden als het ging schemeren, zodat Deep Purple als eerste die dag van het podiumlicht gebruik zou maken. De organisatie ging overal mee akkoord.

De helikopter met daarin de band landde keurig op tijd op 6 april 1974. Alles liep die dag op rolletjes. De sfeer onder de gigantische mensenmassa was optimaal. Hoewel het nog vroeg in het jaar was, liep de temperatuur op tot zomerse waarden. Alles ging zelfs zo voorspoedig dat het festival enkele uren voor op het schema ging lopen. Het gevolg was dat Deep Purple verzocht werd op te treden, terwijl de Californische zon nog hoog aan de helderblauwe hemel stond. De meeste bandleden leken schoorvoetend toe te willen geven, maar Ritchie Blackmore herinnerde hen meteen aan het contract. Zijn band zou pas optreden als het donker zou worden, dus hoefden ze de komende uren niet op hem te rekenen.

De gitarist trok zich terug in zijn trailer en barricadeerde de deur. Terwijl een steeds woedender wordende organisatie onafgebroken op zijn ramen en deuren bonkte, doodde de muzikant de traag wegtikkende tijd door wat op zijn gitaar te pingelen en de koelkast te plunderen. Rond half negen in de avond doemde eindelijk de duisternis op en nam Deep Purple in de zogenaamde Mark III bezetting – zanger David Coverdale, zanger-bassist Glenn Hughes, gitarist Ritchie Blackmore, toetsenist Jon Lord en drummer Ian Paice – bezit van het podium.

Ritchie Blackmore voelde tot op het bot gekrenkt door de manier waarop de organisatie hem onder druk had gezet. Het pakte aanvankelijk juist positief uit. Het vijftal schoot uit de startblokken met een – achteraf profetische – Burn, gevold door geweldige versies van Might Just take Your Life, Lay Dow, Stay Down, Mistreated, Smoke On The Water en You Fool No One. Vooral Blackmore speelde sterren van de langzaam donker wordende hemel. Tijdens Space Truckin' sloeg de vlam echter in de pan. Ritchie Blackmore, hij weer, ergerde zich al zichtbaar aan een immense camera die op een rails vooraan het podium hem heen en weer reed.

Halverwege het nummer ging hij met zijn gitaar het apparaat te lijf. Achteraf bleek de schade behoorlijk te zijn. Enkele tienduizenden dollars, die de band ook braaf betaalde. De gitarist had zijn roadies ook nog eens opdracht gegeven een van zijn Marshall torens te vullen met explosieven en te overgieten met benzine. Terwijl Space Truckin’ nog steeds over het festivalterrein denderde, wierp een van zijn hulpjes een brandende aansteker richting de stack. Een steekvlam werd gevolgd door een explosie, waarna het hele podium in de rook verdween. De klap bleek een heuse krater in het podium geslagen te hebben. Ritchie Blackmore rondde zijn destructieve act af door nog wat Fenders stuk te slaan en de smeulende resten van zijn backline van het podium af te duwen.

Toen de band zelf de bühne verliet, hoorden ze het aanzwellende geluid van sirenes: de lokale sheriffs die door de withete festivalorganisators waren opgetrommeld. De band wurmde zich, samen met de entourage, in de klaarstaande helikopter en wist zo aan een ongetwijfeld onaangename nacht in een lokale cel te ontsnappen. In interviews bekende Ritchie Blackmore later dat hij op die hete avond in Californië niet alleen zijn agressie de vrij teugel had gelaten. Hij wilde ook koste wat het kost de andere headliner aftroeven. Dat lukte. Keith Emerson baarde veel opzien door gezeten aan een heuse vleugel boven het publiek te zweven, maar in de weken na California Jam werd er toch vooral nagepraat over de destructieve show van de gitarist van Deep Purple.  

Deel deze pagina:
Opmerkingen
Meeste likes Nieuwste Oudste
Je hebt een woord gebruikt dat je niet mag gebruiken
Opmerking plaatsen
Er zijn momenteel nog geen comments geplaatst.
Meer opmerkingen tonen
Bekijk ook