Judas Priest is een halve eeuw bij elkaar. Het gezelschap rond Rob Halford ontwikkelde zich daarbij tot een van de meest invloedrijke bands binnen de heavy metal. Vrijwel elke groep die zich in zwart leer steekt, de versterkers tot 11 opendraait en de gitaren laat brullen, is schatplichtig aan de band uit de Britse industriestad Birmingham. Zanger Rob Halford is trots op wat zijn band bereikt heeft.
De immense invloed van Judas Priest blijkt alleen al uit het aantal acts dat zich in de achterliggende decennia vernoemde naar een van hun composities. Zo zijn er meerdere bands die zich doopten tot Genocide, een song van het tweede Judas Priest album Sad Wings Of Destiny uit 1976. De bandnaam Hellion was ook erg geliefd in metal kringen. In de achterliggende decennia dienden zich daarnaast een Grinder, Sinner, Steeler, Exciter en Running Wild aan, allemaal bands die hun bandnaam van een Judas Priest albumhoes plukten. De onvolprezen online Encyclopdia Metalum/The Metal Archives onthult dat er zelfs 24 groepen waren die op het originele idee kwamen op zich Tyrant te noemen.
De invloed van Judas Priest reikte nog veel verder. De band was rond 1980 een van de grootste voorbeelden voor een generatie jonge bands die geschiedenis schreef als de New Wave Of British Heavy Metal. De lichting waarvan het almachtige Iron Maiden nog het nog altijd springlevende boegbeeld is. De gierende, dubbele gitaarsolo’s van het duo Kerry King en Jeff Hannemann van het Amerikaanse Slayer zijn ook regelrecht terug te voeren op de flitsende duels die K.K. Downing en Glenn Tipton jarenlang uitvochten. Zoals de sporen van het Priest-geluid terug te horen zijn in de muziek van de vroege Queensryche, King Diamond en talloze power metal bands, met het Duitse Helloween als het beste voorbeeld.
Zelfs de typische heavy metal outfit, veel glimmend metaal en zwart leer, werd in de jaren zeventig door Judas Priest aan het modebeeld toegevoegd. En iets minder flatteus misschien: Judas Priest was een van de inspiratiebronnen voor de parodiefilm Spinal Tap. “Een film waar ik enorm van genoten heb”, lacht Rob Halford. “Al was het maar omdat veel scenes mij zo bekend voorkwamen.”
Het is vooral eervol om zo invloedrijk te zijn, benadrukt de zanger. “Ik hoop daarbij dat we vooral jongeren geïnspireerd hebben om zelf een instrumentarium bij elkaar te scharrelen en een band te beginnen. Als we als aangehaald worden in interviews doet me dat altijd goed. We hebben kennelijk wat losgemaakt met onze muziek. Het heeft ook iets moois: wij werden geïnspireerd door al die geweldige muziek die eind jaren zestig en begin jaren zeventig gemaakt werd. Het is een fakkel die later weer door andere bands overgepakt werd. We konden alleen maar hopen dat ze hun eigen draai aan die invloeden geven, zoals wij dat ooit deden.”
Dat allemaal voor een band die inderdaad niet voorbestemd leek voor wereldroem. “Het is geen toeval dat twee van de grootste metal bands uit Birmingham afkomstig zijn”, vindt zanger Rob Halford. “Black Sabbath en Judas Priest. Toen ik er opgroeide was Birmingham een uitgesproken grimmige stad. Veel misdaad. Het gangleven tierde er welig. Onze omgeving werd verder gedomineerd door de metaalindustrie. Overal rook. Altijd herrie. Alles was zwartgeblakerd. Er was geen ontsnappen aan. Letterlijk. Mijn vader werkte in zo’n fabriek, net als de vaders van mijn meeste vrienden. Het was heel vanzelfsprekend dat wij er later ook terecht zouden komen. Als jongere in Birmingham had je eigenlijk maar twee opties: de zware metaalindustrie of de zware misdaad. Iets in mij verzette zich daartegen. Ik heb een tijdje geprobeerd te acteren, maar uiteindelijk trok de muziek harder aan mij. Ik vond het geweldig om te zingen, maar het was voor mij ook een ticket weg uit een uitzichtloos bestaan. Later heb ik er regelmatig met de mannen van Black Sabbath over gesproken. Ook voor hen was dit naargeestige perspectief de reden om zich met hart en ziel op de muziek te storten. De stijl die we vervolgens ontwikkelden was wel sterk beïnvloed door de rauwe, lawaaierige omgeving waarin we waren opgegroeid.”
De zanger benadrukt dat er daarnaast ook muzikale invloeden waren. “Voor ik bij de band kwam, stond Judas Priest nog met een been in de Britse blues traditie. Cream en zo. Natuurlijk keken we op naar Black Sabbath. Zelf was ik en enorme fan van Led Zeppelin en Deep Purple. Wat betreft zang en uitstraling bewonderde ik Freddie Mercury en zijn band Queen. Het is de groep die ik door de jaren heen altijd ben blijven volgden. Ooit heb ik in dezelfde ruimte gezeten met Freddie. Van een gesprek kwam het helaas niet. We hebben elkaar wat blikken toegeworpen. Ik heb er nog altijd spijt van dat ik destijds niet wat doortastender was.”
Om de halve eeuw Judas Priest te vieren verschijnt binnenkort de 50 Heavy Metal Years Of Music box set met de albums waarmee Judas Priest wereldberoemd werd. Zoals Sin After Sin (1977), Stained Class (1978), Killing Machine (1978) en de legendarische liveplaat Unleashed In The East (1979), titels waarmee vooral Europa veroverd werd. Ze werden gevolgd door British Steel (1980), Point Of Entry (1981), Screaming For Vengeance (1982) en Defenders Of The Faith (1984) waarmee vervolgens ook Amerika en de rest van de wereld op de knieën gedwongen werd. Met platen als Painkiller (1990), Angel Of Retribution (2005) en Firepower (2018) werd ook in latere jaren een plekje in de voorhoede van de metal veiliggesteld. Het vele livemateriaal in de box, veelal nooit eerder verschenen, laat horen hoe goed de band door de decennia heen live altijd weer was.
De gigantische box klinkt als een daverend eindakkoord, maar is het niet. Aan stoppen wordt nog niet gedacht, ook niet na het vertrek van K.K. Downing en het gedwongen terugtreden van Glenn Tipton – hij lijdt aan Parkinson. Zoals de band ook van plan is de Amerikaanse tournee te hervatten zodra gitarist Richie Faulkner hersteld is van een gescheurde aorta, waar hij tijdens een recent optreden in Kentucky door getroffen werd.
Dus kunnen ook de komende jaren jonge metal muzikanten de albums afgrazen op zoek naar een klinkende bandnaam. Maar hoe zat het ook alweer met de herkomst van het eigen Judas Priest? Volgens de overlevering was het een voorstel van oer-bassist Brian ‘Bruno’ Stalenhill. Hij was op het idee gekomen na het beluisteren van het nummer The Ballad Of Frankie Lee And Judas Priest, afkomstig van het album John Wesley Harding van… de Amerikaanse folkzanger Bob Dylan. “Ik heb Dylan ooit ontmoet”, vertelt Rob Halford. “Het was lang geleden, in de periode dat ik uit de band was. Ik stond met mijn band Fight wel nog altijd onder contract bij Sony, evenals Dylan. Zo gebeurde het dat we op een bepaald moment in een studio aan elkaar voorgesteld werden. Het was een kort gesprekje waarin eigenlijk niets gezegd werd. Tja, waar moet je het met zo’n legende in vredesnaam over hebben…”