Spotlight
No More Tears: de comeback van Ozzy Osbourne

In 1991 leek er zo’n beetje elke week een instant klassieker in de platenbakken op te duiken, vooral in het najaar. Toch lukte het Ozzy Osbourne zelfs in deze muzikale topdrukte op te vallen met zijn zesde soloplaat No More Tears. Alles klopte dit keer, van de songs, de teksten, zijn band tot de productie. Na drie decennia wordt het nog altijd gezien als een van de beste soloplaten uit de lange en veelbewogen loopbaan van de rockzanger. Vanwege het jubileum verschijnt een uitgebreide editie van het album, met als bonus demo- en live versies.

Ozzy Osbourne lijkt zowel persoonlijk als artistiek over een eindeloos aantal levens te beschikken. Toen hij eind jaren zeventig uit Black Sabbath geknikkerd werd omdat hij het met de drank en de drugs wel erg bont gemaakt had, gaven weinig een cent voor de toekomst van de zanger. Hij onderwierp zich echter aan een uitgekiend marketingplan dat uitgedacht werd door manager (en latere echtgenote) Sharon Arden. Het resultaat verblufte vriend en vijand. Zijn debuut Blizzard Of Ozz werd in 1980 onthaald als een muzikale triomf. Het verkocht ook nog eens enorm goed. Alleen in Amerika vlogen er vijf miljoen exemplaren over de toonbank. Ter vergelijking: het bepaald niet misselijke Heaven And Hell, dat zijn oude band Black Sabbath met Ronnie James Dio gemaakt had, bleef in de VS steken op een bescheiden een miljoen stuks.

In de tweede helft van de jaren tachtig begon zijn drank- en drugsgebruik toch weer z’n tol te eisen, maar herstel zette zich in 1988 in met No Rest For The Wicked. Het was de eerste plaat die Ozzy Osbourne maakte met gitarist Zakk Wylde. Wie de solocarrière van de zanger een beetje gevolgd had, wist hoe belangrijk een goede klik met een gitarist was. Zie bijvoorbeeld de albums die hij maakte met Randy Rhoads en Jake E. Lee. Toch wist hij zijn publiek nog te verrassen met No More Tears, dat op 17 september 1991 uitkwam.

“Ik bewaar veel goede herinneringen aan het maken van het album”, zegt Ozzy Osbourne daar nu over. “We hebben keihard aan de plaat gewerkt met producers John Purdell en Duane Baron. Ze werden de extra leden van de band. Voor we de studio ingingen bespraken we alles. Alles was gepland. Het is erg prettig wanneer een producer meer lid van de band is dan iemand die alleen maar zegt: ‘nee, jij gaat het zo doen.’ Want als je songs schrijft, heb je een bepaald beeld van hoe ze moeten klinken. Soms wordt je dan prettig verrast, een andere wordt je teleurgesteld. John en Duane hebben een geweldige prestatie geleverd. Aan elk nummer werd heel lang gewerkt. Tijd speelde geen rol om alles helemaal goed te krijgen.”

Zakk Wylde was in de achterliggende jaren volledig geïntegreerd in de band en had zich zelfs ontwikkeld tot de muzikale rechterhand van Ozzy Osbourne. “Op het eerste album was het nog: ‘ik kan niet geloven dat ik hierbij betrokken ben.’ Na die vuurdoop bleef ik denken: ‘je moet nu leveren. Je moet met goed materiaal aankomen.’ Op No More Tears voelde ik mij meer ontspannen, denk ik. Als ik met akkoorden bezig was, moedigde Ozzy mij altijd heel erg aan.”

Liefst vier van de teksten op het album, voor de songs I Don’t Want To Change The World, Mama, I’m Coming Home, Desire en Hellraiser, waren geschreven door Lemmy Kilmister. De zanger-bassist van Motörhead had met zijn eigen band al ruimschoots bewezen over een scherpe pen te beschikken. Hij stelde ook ditmaal niet teleur. Het belangrijkste verklaring van het succes lag echter bij Ozzy zelf. Voor het eerst in jaren, wellicht in decennia, was hij nuchter en clean. Hij was tot op het bot gemotiveerd om van No More Tears een artistieke en commerciële triomf te maken.

Dat werd het. Ruimschoots. Het album stond boordevol topsongs zoals het stevige I Don’t Want To Change The World en het creepy Mr. Tinkertrain. Het titelnummer werd ingeleid door een pakkend basloopje, bedacht door Mike Inez, maar gespeeld door Bob Daisley. In de vorm van Mama, I’m Coming Home bevatte No More Tears ook een echte powerballad die het – na op single uitgebracht te zijn – uitstekend deed op de rockzenders, terwijl de clip overuren draaide op MTV. “In die periode zaten veel mensen in Irak, vanwege de oorlog”, weet Ozzy Osbourne nog. “Ik heb gehoord dat de militairen daar het liedje naar hun echtgenotes stuurden. Soldaten zijn nog altijd gek op dat nummer.”

No More Tears lag op 17 september 1991 in de winkels. De recensies waren euforisch. Het ontpopte zich ook tot Ozzy’s best verkochte soloplaat in jaren. Op de golven van dat succes begon de zanger in de zomer van 1992 aan een nieuwe wereldtournee. Het veelzeggende motto was No More Tours. Hij wilde meer tijd met zijn gezin doorbrengen, bovendien was multiple sclerose vastgesteld. De diagnose bleek later overigens incorrect te zijn. Het was een zegetocht die wel alleen langs Amerikaanse en Canadese stadions voerde. In Europa moesten we het doen met het live album Live & Loud dat in 1993 uitkwam. De daarvan afkomstige versie van I Don’t want To Change The World leverde Ozzy in 1994 een Grammy in de categorie Best Metal Performance op.

Een jaar later zwalkte Ozzy Osbourne toch weer over de podia. Opnieuw met een veelzeggend motto: The Retirement Sucks Tour. In de decennia die volgden, bleef hij optreden en albums maken. In 2018 begon de zanger de No More Tours II wereldtournee, waarbij het afscheid ditmaal menens lijkt te zijn. De concertreeks moest vanwege de coronacrisis wel onderbroken worden, maar op 26 januari 2022 wordt in de Mercedes Benz Arena in Berlijn de draad weer opgepakt. De gezondheid van de zanger is al jaren fragiel, maar het zal ook niemand verbazen als hij er toch gewoon staat. Bezig met zijn zoveelste leven.

Wie helaas niet meer onder de levenden is, is Lemmy Killmister. Het stoere boegbeeld van Motörhead bezweek op 28 december 2015 aan de gevolgen van een woest rock-‘n-roll leven. Hij wel te horen in een duet-versie van Hellraiser, samen met Ozzy Osbourne. Het is echter alleen verkrijgbaar als onderdeel van de digitale versie van de jubileumeditie. Lemmy keek overigens met veel plezier terug op de samenwerking met Ozzy, al was het maar vanwege de vruchten die hij ervan plukte. “Aan die vier songs heb ik meer verdiend dan mijn eerste vijftien jaar met Motörhead.”

Deel deze pagina:
Bekijk ook