Het leek wel of in het popjaar 1991 elke week een instant klassieker uitkwam. Van U2 tot Nirvana en van R.E.M. tot Red Hot Chili Peppers, het was dringen geblazen in de eindejaarlijstjes. Op 28 mei 1991, precies dertig jaar geleden, kwam daar ook nog eens het debuut van The Smashing Pumpkins bij: Gish. Te midden van al het muzikale geweld van dat jaar, geldt het nog altijd als een van de beste albums dat 1991 voortbracht.
Wat een topjaar voor popmuziek was 1991! Het Britse Massive Attack gaf de nieuwe muziekstijl trip hop een enorme push met het succesalbum Blue Lines. De Amerikaanse metal band Metallica boorde een miljoenenpubliek aan met een opvallend toegankelijke titelloze album – ook wel ‘black album’. Het Ierse U2 bewees nog altijd relevant te zijn met het avontuurlijke Achtung Baby. R.E.M. beleefde een internationale doorbraak met Out Of Time. Wat Red Hot Chili Peppers ook glansrijk lukte dankzij Blood Sugar Sex Magic. Innuendo van Queen bleek een zwanenzang te zijn die weinigen onberoerd liet. Superieure powerpop werd gemaakt door Teenage Fanclub op hun ook al in 1991 verschenen Bandwagonesque. Iets meer in de marge van de popmuziek maakte Talk Talk diepe indruk met het verstilde Laughing Stock. En dan waren er nog albums als Sailing The Sea Of Cheese van Primus, The White Room van KLF, Screamedelica van Primal Scream en Tromp Le Monde van The Pixies. Toch was 1991 vooral het jaar van de grunge, de onopgesmukte gitaarrock zoals die vooral in Seattle en omstreken gemaakt werd. Ten van Pearl Jam, Madmotorfinger van Soundgarden, Pretty On The Inside van Hole en natuurlijk het iconische Nevermind van Nirvana – allemaal albums van groepen die het nieuwe decennium een eigen soundtrack gaven. Hoewel The Smashing Pumpkins niet uit Seattle kwamen, maar producten waren van de muziekscene van Chicago, werden ze wel degelijk gezien als representanten van dat nieuwe, rauwe en opwindende geluid. Het debuut van deze band rond de charismatische zanger en gitarist Billy Corgan verscheen in het voorjaar van 1991, precies dertig jaar geleden.
Nog voor dat de band er was, had Billy Corgan er al een naam voor: The Smashing Pumpkins. In die periode – eind jaren tachtig – werkte hij in een platenzaak in zijn geboortestad Chicago. Het was daar dat hij kennismaakte met gitarist James Iha, waarmee de kiem voor zijn band gelegd werd. Tijdens een optreden van de Dan Reed Network het tweetal in gesprek met D’arcy Wretzky, die bassiste bleek te zijn. Ze werd ter plekke ingelijfd. The Smashing Pumpkins werden gecompleteerd door drummer Jimmy Chamberlin. Op 5 oktober 1988 trad het kwartet voor de eerste keer op. In 1990 verschenen de eerste singles, waarvan de tweede – het op Sub Pop uitgekomen Tristessa – leidde tot een platencontract met Caroline. In december 1990 ging de band de studio in om het debuut op te nemen.
Billy Corgan werd voor de productie gekoppeld aan Butch Vig. Het was de eerste grote klus voor de producer, die later in 1991 geschiedenis zou schrijven dankzij zijn betrokkenheid bij Nevermind van Nirvana. In interviews omschreven de bandleden later de sessies voor het debuut als een ware uitputtingsslag. Vooral de ambitieuze Billy Corgan was zich ervan bewust hoeveel er afhing van dit eerste album van zijn band. Hij bemoeide zich daarom met de kleinste details, speelde veel partijen zelf in en nam bepaalde passages net zo vaak op tot hij eindelijk tevreden was. Het trok een zware wissel op de sfeer in de band, terwijl hij zelf getroffen werd door een zenuwinzinking. Voor Butch Vig was het ook een nieuwe ervaring. Voorheen had hij vooral te maken gehad met alternatieve rockbands die voor zo weinig mogelijk geld hun songs zo snel mogelijk op de band knalden. Billy Corgan wilde een groot, dynamisch en gedetailleerd geluid. En dat kreeg hij.

Over de achtergrond van de titel Gish liepen de verhalen uiteen. Billy Corgan zou overwogen hebben om het debuut Fish te noemen, maar vreesde volgens de overlevering voor verwarring met de Amerikaanse rockband Phish. Het werd dus Gish. Vaststaat dat het een verwijzing is naar actrice Lillian Gish, een van de grote sterren van de stomme film. The First Lady of American Cinema, zoals ze werd genoemd, leverde vooral aan het begin van de vorige eeuw baanbrekende acteerprestaties. Een van Corgans oma’s groeide op in een gehucht op het Amerikaanse platteland. Op een dag passeerde Lillian Gish het dorpje, ongetwijfeld op weg naar een volgende filmrol. Het was een bliksembezoek dat grote indruk maakte op de geïsoleerde gemeenschap waar verder nooit iets gebeurde. Vele decennia later herleefde het voorval dus in de titel van het debuut van The Smashing Pumpkins.
Het album lag op 28 mei 1991 in de winkel. In commercieel opzicht deed het niet zoveel, toen nog niet. Wel waren de recensies heel positief. Alom werden The Smashing Pumpkins omarmd als vertegenwoordigers van het vernieuwende rockgeluid van de jaren negentig. Zoals er warme woorden gewijd werden aan de kwaliteit van nummers als I Am One, Siva, Rhinoceros, Bury Me en Crush. Energieke rocksongs met een hoofdrol voor de karakteristieke, snerpende zang van Billy Corgan. Het was echter ook een debuut dat een verrassende variatie bood, zoals met het ingetogen Suffer en de als rockballade opgetuigde Windown Paine. Daydream was het inderdaad dromerige slotakkoord van het album, dat echter nog gevolgd werd door de ‘verborgen bonustrack’ I’m Going Crazy. Gish spendeerde een enkel weekje in de Amerikaanse albumlijst, waar het tot een bescheiden 195ste plaats reikte. De verkoop van het debuut kwam alsnog op gang nadat in 1993 het tweede album Siamese Dream op de markt kwam, waarmee The Smashing Pumpkins alsnog doorbraken. Het zou uiteindelijk zelfs een platina status halen. In de achterliggende dertig jaar is de reputatie van het debuut alleen nog maar gegroeid. En terecht. Het is een opwindende rockplaat vol tijdloze songs; een album dat voortkwam uit een periode dat de Amerikaanse popmuziek bruiste van de creativiteit. Voor The Smashing Pumpkins was Gish het begin van een loopbaan met veel tumult, maar nog veel meer geweldige muziek.