Volgens talloze deskundigen zou de overgaan naar het nieuwe millennium voor allerlei digitale rampspoed zorgen, maar uiteindelijk gleden we vrijwel rimpelloos het nieuwe tijdperk in. In muzikaal opzicht ontpopte 2000 zich ook nog eens als een mooi muziekjaar. Er kwamen meerdere instant hip-hop klassiekers uit, maar ook de alternatieve gitaarsector bracht een aantal essentiële albums voort. Het was daarnaast het jaar waarin groepen als Radiohead, U2 en Coldplay ons er met geweldige platen aan herinnerden waar ze hun status als top-band aan te danken hadden.
Radiohead brak in 1997 door naar het grote publiek met OK Computer, nog altijd een van de belangrijkste albums van de jaren negentig. De band rond zanger Thom Yorke had moeiteloos op dat immense succes voort kunnen bouwen, maar koos er juist voor om het roer drastisch om te gooien. Radiohead verruilde de gitaarrock en de traditionele songstructuren van eerdere albums voor een ambient-achtige opzet, met veel ruimte voor invloeden uit de elektronische muziek, jazz en zelfs klassieke muziek. Het was even wennen, maar bij herhaalde beluistering bleek Kid A een album te waarin muzikaal en tekstueel eindeloos veel te ontdekken viel. De recensies waren destijds wat lauw, maar inmiddels staat Kid A te boek als het meesterwerk van Radiohead – okay, samen met OK Computer.

De wereld leerde Eminem vooral kennen dankzij het in 1999 verschenen The Slim Shady LP. Het album verkocht goed, maar de Amerikaanse rapper werd ook gebrek aan originaliteit verweten. Hij nam artistiek wraak met The Marshall Mathers LP, waarop Eminem zich veel minder achter een alter ego verschuilde. In opvallend persoonlijke teksten rapte hij over wat de kritiek met hem deed, zijn moeizame verhoudingen met zijn ex-vrouw Kim en de rest van zijn familie. Zijn virtuoze woordenstroom, de bekklemmende sfeer en de avontuurlijke productie van Dr. Dre maakten van The Marshall Mathers LP een van de belangrijkste hip-hop albums aller tijden.

Rated R liet zich ondergaan als een feestje in het midden van een Amerikaanse woestijn, waar vooral drank en drugs op het menu stonden. QOTSA had twee jaar eerder een debuut uitgebracht dat onder de radar was gebleven. Met Rated R – een album vol onweerstaanbare stoner rock – werd het grote publiek wel bereikt. Inclusief Feel Good Hit Of The Summer, waarop Rob Halford van Judas Priest naar hartenlust mee blèrt.

Uit alles bleek dat Andre 3000 en Big Boi met Stankonia een belangrijk album wilde maken. Het duo kwam na twee jaar werken voor de dag met een plaat waarop de hip-hop verrijkt bleek te zijn met invloeden uit de funk, gospel, dance en rock – allemaal overgoten met een laid-back zuidelijk sausje. Samen met de messcherpe teksten leverde het een van de beste hip-hop albums ooit op.

Het album waarmee het allemaal begon voor de band rond zanger Chris Martin. Parachutes was het droomdebuut voor de band die in de jaren die volgden zou uitgroeien tot een van de grootste acts van de moderne tijd. De elektronische invloeden en het stadion vullende geluid ontbrak nog op deze eerste plaat, maar de bloedmooie liedjes waren er al wel.

Voodoo was een album dat geboren werd uit de onvrede die D’Angelo over de toenmalige staat van de r&b. In zijn ogen was die zwarte muziektraditie verwaterd tot bleke popmuziek. Hij liet met Voodoo inderdaad horen hoe het ook kon: zijn vaak meerstemmige vocalen werden aangevuld met invloeden uit jazz, funk, hip-hop, blues en natuurlijk veel soul. Nog altijd wordt Voodoo gezien als een van de beste soulplaten van de afgelopen decennia.

Diep in de herfst van zijn leven maakte Johnny Cash, liefdevol bij de hand genomen door producer Rick Rubin, enkele van zijn beste albums. Tussen het tweede en derde deel van de onvolprezen American Recordings serie was de gezondheid van de countrylegende achteruit gegaan, waardoor hij op Solitary Man breekbaarder dan ooit klonk. Wellicht juist daarom waren zijn versies van One (U2), I Won’t Back Down (Tom Petty) en I See A Darkness (Will Oldham) zo aangrijpend.

Nadat de band zich in de jaren negentig had uitgeleefd op allerlei muzikale experimenten, keerde U2 – zoals ze het zelf ooit omschreven – met dit tiende studioalbum terug naar hun reguliere dagbesteding: het maken van pakkende, meespelende rockmuziek. De productie was in de vertrouwde handen van Daniel Lanois en Brian Eno. De opzet werkte: All That You Can’t Leave Behind werd zowel een artistieke als commerciële triomf.

Het Canadese Godspeed You! Black Emperor nestelde zich met dit tweede album in de voorhoede van de zogenaamde post-rock: een stroming waarbij melodie, tempo en sfeer belangrijker waren dan traditionele songstructuren. De voornamelijk instrumentale klanken vol melancholie bezorgde de plaat een plekje in menig jaarlijstje.

Na doorgebroken te zijn met haar debuut Baduizm en de prachtige concertregistratie Live vestigde de Amerikaanse zangeres Erykah Badu definitief haar naam met Mama’s Gun. Een rijk album vol soul, gospel en jazz, gecombineerd met openhartige, kwetsbare teksten. Het werd alom gezien als de ‘vrouwelijke tegenhanger’ van het in datzelfde jaar verschenen album Voodoo van D’Angelo.

Prachtmuziek op fluistersterkte. Het vijfde album van Elliott Smith ontbeerde misschien de kale intimiteit van zijn eerste albums, maar daar waren – mede dankzij een deal met een grote platenmaatschappij – wel weelderige arrangementen voor in de plaats gekomen. Gebleven waren de prachtige liedjes, de mooie stem van Elliott Smith zelf en de melancholieke toon van zijn melodieën. Figure 8 was het laatste album dat verscheen voor zijn tragische dood in 2003.

De diverse leden van de hip-hop familie Wu-Tang Clan liet in de loop van de jaren een stroom aan releases los op de mensheid. Supreme Clientele, het tweede album van rapper Ghostface Killah, wordt alom gezien als een van de beste soloplaten. De muzikale genialiteit van zijn band, gecombineerd met zijn eigen onstuitbare woordenstroom en gastrollen van Cappadonna, GZA, Masta Killa, Method Man, Raekwon, Redman, RZA en U-God maakten het een van de meest essentiële hip-hop platen van het jaar.

Damon Michael Gough, alias Badly Drawn Boy, leverde in 2000 een van de beste debuutalbums van het jaar af. Er was veel lof voor de sterke songs en de fraaie arrangementen, diep geworteld in de Britse folk en poptraditie.

De Schotse band rond zanger Bobby Gillespie sprong vaak heen en weer tussen rauwe, Stones-achtige rock en keiharde elektronica. Op dit zesde album wist Primal Scream een perfect midden te vinden.

Na het spirituele Ray Of Light keerde de Amerikaanse zangeres terug op aarde met een album dat simpelweg gedoopt werd tot Music. Terwijl ze zichzelf weer eens opnieuw uitvond als stoere cowgirl combineerde ze op dit achtste album op behendige wijze elektronica, pop, folk en – vanzelfsprekend – een vleugje country.

Deftones werd in de eerste jaren nog gerekend tot de nu metal, maar wist zich met dit derde album daar definitief van los te weken. Minder blinde agressie, meer songs. De Amerikaanse rockband zette bovendien de deuren wijd open voor een heel scala aan invloeden, van new wave tot dromerige pop. Het album waarmee Deftones het eigen geluid vond.

Hij is vanwege zeer discutabel gedrag inmiddels diep gevallen, maar twintig jaar geleden kon Ryan Adams geen kwaad doen. Na het uiteenvallen van zijn band Whiskeytown en het einde van zijn relatie keerde Ryan Adams zich binnenstebuiten op zijn eerste soloplaat Heartbreaker. Veel emotie, prachtige songs, een klassiek debuut.

Fans die bang waren dat een deal met een grote platenmaatschappij het Amerikaanse Modest Mouse tot een gestroomlijnder geluid zou dwingen, konden na het uitkomen van The Moon & Antarctica opgelucht ademhalen. Het geluid had inderdaad wat meer kleur op de wangen gekregen, maar het was niet ten koste gegaan van de nog altijd bloedmooie composities. Een van de beste alternatieve rockalbums van 2000 – vond ook de alternatieve rockpers.

De titel van het album is een speelde verwijzing naar een Engelse uitdrukking voor het altijd lastige tweede album: sophomore slump. De Amerikaanse band nam die barrière glansrijk met The Sophtware Slump, een album met rol van technologie in ons alledaagse leven als thema. De unieke combinatie van elektronica, dromerige pop en alternatieve rock klonk zelden mooier.

Voor Nederlandse popmuziek voltrok 2000 zich relatief rustig, met een nadrukkelijke uitzondering: het was natuurlijk het jaar van Krezip. De band schitterde in juni op Pinkpop, scoorde een monsterhit met I Would Stay, terwijl het debuut vol springerige gitaarmuziek liefst 10 weken de top van de albumlijst aanvoerde.
