Op 27 juli 1979 verscheen Highway To Hell. Het was het album dat AC/DC de wereldwijde doorbraak bezorgde waar de band en de platenmaatschappij naar snakten. Al een jaar eerder scoorde het Australische vijftal in ons land – en nergens anders – een afgetekende top 10-hit met een luidruchtige ode aan een groupie: Whole Lotta Rosie. Waar was dat vroege hit-succes in ons land aan te danken?
Vanaf het prille begin was er een Nederlands aandeel in het Australische succesverhaal. De eerste albums van AC/DC werden geproduceerd door het duo Harry Vanda en George Young. Harry was als Johannes Hendrikus Jacob van den Berg in Voorburg ter wereld gekomen en in 1963 naar Australië verhuisd. Samen met George, een Schotse immigrant, had hij in het midden van de jaren zestig succes als lid van The Easybeats (hit: Friday On My Mind). Toen de hits opdroogden, besloten ze voor anderen te gaan componeren en te produceren. Zoals voor AC/DC, de band met daarin twee jongere broers van George Young: de gitaristen Malcolm en Angus.
Toch lijkt deze connectie geen rol gespeeld te hebben in de vroege doorbraak van AC/DC in ons land. Een veel aannemelijker verklaring levert een duik in de Nederlandse radiogeschiedenis op. Eind jaren zeventig was er op onze nationale radio nog ruimte voor hardrock. Vooral Alfred Lagarde was in die dagen de onverschrokken voorvechter voor alles wat hard en heavy was. Hardrockend Nederland stemde op de dinsdagmiddagen dan ook massaal af op Hilversum 3 waar ‘Big Al’ zijn wekelijkse Betonuur had.
Talloze bands hebben veel te danken gehad aan zijn onvermoeibare zendingswerk. Het half-Nederlandse Van Halen kreeg dankzij Lagarde vroeg voet aan de grond in Nederland. Dankzij zijn support werd Toto wereldberoemd in Nederland, het land dat de Amerikaanse band zelfs als een tweede vaderland ging zien. Zo kon het ook gebeuren dat de deejay in het voorjaar van 1978 Whole Lotta Rosie begon te draaien. De single was afkomstig van het in de zomer van 1977 verschenen album Let There Be Rock van AC/DC. De goed ingevoerde hardrockers kenden de band al, maar het brede publiek liet het vooralsnog afweten.
Alfred Lagarde slingerde Whole Lotta Rosie bijna wekelijks op zijn draaitafel. Met resultaat. Andere programma’s haakten in. Verkoopcijfers van het plaatje liepen snel op. Als vanzelf begon de single, afkomstig van een album dat al bijna een jaar oud was, een opmars in de Top 40. Die eindigde in de zomer van 1978 met een spectaculaire 3eplaats in de Top 40. In de slipstream daarvan reikte de single in België tot een 12eplaats. In Engeland kwam het niet verder dan een 36epositie en ook nog eens pas in 1980.
De band en de platenmaatschappij wilden meer. Veel meer. Het begerige oog viel op de gigantische Amerikaanse markt. Om de deur daarnaartoe open te breken, werd AC/DC gekoppeld aan Robert John ‘Mutt’ Lange, de producer van de recente wereldhit I Don’t Like Mondays van de Boomtown Rats. Later zou hij de architect worden van de succesvolle sound van de hardrockband Def Leppard en de zangeres (en echtgenote) Shania Twain. Met hem werd Highway To Hell opgenomen, dat op 27 juli 1979 op de argeloze wereld werd losgelaten.
De missie slaagde. Het titelnummer kwam uit op single en werd een wereldwijde hit. Dankzij de magie van Robert John ‘Mutt’ Lange deed het album het mogelijk nog beter. Zonder te wrikken aan het oergeluid van de band had hij de songs door er melodieuze details aan toe te voegen geschikt gemaakt voor de radio. En daarmee de massa. Dankzij het succes van de single en het album groeide AC/DC in luttele weken uit tot een topformatie.

De wereld lag aan de voeten van de Australische band, toen zich op 19 februari 1980 een drama voltrok. Na een nacht hevig stappen werd zanger Bon Scott levenloos in een auto aangetroffen. Heel even overwogen de achterblijvers te stoppen, maar mede op aandrang van Scott’s ouders besloot AC/DC toch door te gaan. Met de vrijwel onbekende zanger Brian Johnson. In april werd de studio betrokken, opnieuw met ‘Mutt’ Lange, waarna al op 25 juni 1980 het album Back In Black het licht zag.
Terwijl de band alom afgeschreven werd, bleken de jongens met de rug tegen de muur een meesterwerk afgeleverd te hebben. Tegen alle verwachtingen in werd het een enorm succes, waarbij verschillende records sneuvelden. Nog altijd staat het te boek als een van de beste hardrockalbums ooit, met een verkoopcijfer dat de 50 miljoen inmiddels gepasseerd is. Het was een mirakel: zonder de charismatische Bob Scott groeide de band uit tot de wereld-act die het – door weer en wind – nog altijd is.
Niet alleen Highway To Hell jubileert deze zomer. Tijdens een optreden in de Rijnhal in Arnhem op 13 juli 1979 maakte gitarist Malcolm Young kennis met de Nederlandse Ellen, waarmee hij uiteindelijk zou trouwen. Een huwelijk dat tegen alle rock-‘n-roll wetten in stand hield. De gitarist liet uiteindelijk een ruim bemeten stulpje verrijzen in Aalten, een dorpje in de Achterhoek waar het stel een deel van het jaar woont. Whole Lotta Rosie, de hit waarmee de opmars vanuit Nederland begon, staat nog elk jaar hoog in de Top 2000. De band tussen AC/DC en Nederland is altijd bijzonder gebleven.