Sommige artiesten weten zich decennialang te handhaven, anderen vlammen kort maar hevig. Nina Hagen valt ruimschoots in die laatste categorie. Meer dan veertig jaar geleden overrompelde ze de popmuziek met een uitzinnig, uitdagend en vooral heel erg origineel debuut. In de jaren daarna lukt het de Duitse zangeres niet om daar een goed vervolg aan te geven. De waanzin krijgt de overhand in haar leven. Haar eerste, titelloze album uit 1978 blijft echter een onvervalste klassieker, waar de tijd geen vat op heeft gekregen.
Begin 1994 interview ik Dee Dee Ramone in het Limburgse dorpje Tegelen, waar hij aangespoeld is om een nieuw soloalbum op te nemen. Ramones, de band waar hij jarenlang lid van is geweest, staat te boek als een rondreizend gekkenhuis. Als de leden niet verslaafd zijn aan drank of drugs lijden ze wel aan een scala aan dwangneuroses. Iedereen die de band een beetje gevolgd heeft, weet dat Dee Dee de grootste mafketel van het stel is. Een traumatische jeugd, een verleden in de prostitutie, verslaafd aan heroïne. Een brokkenpiloot volgens het boekje. Op zijn nieuwe album doet Nina Hagen mee, meldt de muzikant me bereidwillig, daar in de studio in Limburg. Op mijn vraag hoe die samenwerking met de Duitse diva bevallen is, werpt de Amerikaan me een dodelijk vermoeide blik toe.
“Dat mens is stapelgek.”
Dat Nina Hagen geen doorsnee zangeres is, wordt mij meteen duidelijk als ik in 1978 het debuutalbum van de Nina Hagen Band voor het eerst in de bakken zie staan. Bij de Vroom en Dreesman in Delft – sommige dingen vergeet je nooit. Een grofkorrelige foto van een punk-achtige zangeres, brandende sigaret bungelend in de mondhoek, die uitdagend de wereld inblikt. Het artwork intrigeert me, de verkoper benadrukt dat dit ‘echt een bijzondere plaat is’. Veel meer aanmoediging heb ik niet nodig. Zo jong als ik ben realiseer ik mij dat dit inderdaad een debuut is dat zich nergens mee laat vergelijken. De muziek, gespeeld door een geweldige band, is een krankzinnige mix van glamrock, punk, pop, opera, krautrock en zelfs een vleugje reggae.
En dan die stem. In haar immense bereik klinkt nog altijd haar klassieke scholing door, maar uit de ijselijke hoge kreten, messcherpe sneren en grommende klanken blijkt dat ze haar leerboek al lang geleden achteloos uit het raam heeft gegooid. Een Kate Bush op LSD. Even fascinerend zijn de teksten waarmee ze de wereld onder vuur neemt. Van het junkieverdriet in Auf’M Bahnhof Zoo, de onversneden erotiek in Heiss tot de onstuitbare vrijheidsdrang in Unbeschreiblich Weiblich – het nummer dat begin 1979 in Nederland niet verder komt dan de Tipparade, maar haar wel veel airplay oplevert. Zonder haar eigen werk ook maar iets te kort te doen, is het beste nummer van de plaat de opener TV-Glotzer. Het is een bewerking van The Tubes’ White Punks On Dope dat ze zich helemaal eigen heeft gemaakt.
Tegen de tijd dat het debuut veel stof doet opwaaiden, heeft ze er al een veelbewogen leven opzitten. Ze groeit op in een artistiek milieu in Oost-Duitsland. Haar moeder is danseres en actrice, haar stiefvader Wolf Bierman, een bekende protestzanger. Beiden liggen vaak overhoop met de communistische overheid en nemen in 1976 (noodgedwongen) de wijk naar het westen. Nina Hagen, die in de prille fase van haar eigen loopbaan al regelmatig gebotst heeft met de autoriteiten, volgt hen niet veel later. Al kort na aankomst in West-Duitsland ligt een platencontract voor haar klaar van CBS, de firma die in die jaren de albums van haar stiefvader uitbrengt. Na zich in Engeland in de heersende punkrage ondergedompeld te hebben, neemt ze met de leden van de Berlijnse band Lokomotive Kreuzberg het eerste Nina Hagen Band album op.
Heel even staat Nina Hagen midden in de spotlight. In Nederland gebeurt dat heel letterlijk. Ze wordt door Herman Brood hiernaartoe gelokt, waarna ze meteen mag meespelen in de rond zijn personage geboetseerde film Cha Cha. Voor de bühne trouwt ze met de beroemdste en beruchtste rocker van Nederland. Ze zien zich terug in de roddelbladen, die smullen van het bizarre sprookjeshuwelijk. Zoals Nina Hagen ook elders opzien baart, waar ze ook van zich laat horen. Oostenrijkse televisiekijkers jaagt ze hoog te gordijnen in door in deftig cultureel programma uitgebreid haar favoriete masturbatietechnieken te demonstreren. Ondertussen heeft ze zich in een relatie gestort met de Nederlandse gitarist Ferdinand Karmelk. Als in 1981 haar dochter Cosma Shiva geboren wordt, is heeft ze alweer gebroken met de muzikant, die kampt met een hardnekkige drugsverslaving.

Al het tumult levert haar veel publiciteit op, maar in artistiek opzicht is de prijs hoog. Haar bandleden voelen zich creatief en financieel tekortgedaan, waarna een breuk volgt. Het zo belangrijke tweede album komt er wel, maar is opgenomen door een zangeres en een band die elkaar in de studio niet tegenkomen. Het resultaat stelt dan ook teleur. De titel van het album zegt alles: Unbehagen. In de jaren die volgen zal duidelijk worden hoe belangrijk deze muzikanten waren in het korte, explosieve succesverhaal. Nina Hagen zoekt nieuwe begeleiders, maar nooit komt ze ook maar in de buurt van de magie van haar eerste album.
In 2009 haalt ze ouderwets het nieuws als bekend wordt dat ze zich heeft laten dopen. Een beslissing die ze uitvoerig – te uitvoerig – toelicht in de autobiografie Bekentenissen die een jaar later in de winkels ligt. Haar verhaal is op zich boeiend, maar blijkt doorspekt te zijn met citaten uit en verwijzingen naar de bijbel. De tegendraadse Duitse diva ontpopt zich als een vermoeiende, drammerige born-again Christian van Amerikaanse snit. Als ze jaren later opdraaft in Buying The Band, de documentaire rond Herman Brood’s oude groep Wild Romance, is het dan ook bijna geruststellend om te zien dat ze desondanks nog altijd een ongeleid projectiel is. De weinig flatteuze beelden maken duidelijk dat we in muzikaal opzicht niet al te veel meer hoeven te verwachten van Nina Hagen. Reden te meer om dat onbeschrijflijk goede debuut te blijven koesteren. En wie er nog even extra aan herinnerd wil worden hoe goed het allemaal ooit was, moet haar legendarische optreden uit 1978 voor Rockpalast nog maar eens bekijken.