(Sittin’ On) The Dock Of The Bay van Otis Redding is het allereerste postuum uitgebrachte liedje dat in Amerika op nummer 1 terecht kwam. Redding schreef een stukje van de tekst van het liedje zittend op een gehuurde woonboot in Sausalito – California. Hij voltooide het samen met producer en gitarist Steve Cropper. De laatste opname werd slechts enkele dagen voor Reddings dood gemaakt.
Voor het verschijnen van (Sittin’ On) The Dock Of The Bay had Redding bij het grote publiek al naam gemaakt op het Monterey Pop Festival. Steve Cropper over de samenwerking met Redding: “Hij had altijd duizend en één ideeën. Tijdens zijn tournees krabbelde hij zinnen en woorden op servetjes en op hotelpapier. Het idee van Sittin’ On The Dock Of The Bay kreeg hij terwijl hij op zijn gehuurde woonboot de schepen de baai in en uit zag varen. ‘I watch the ships come in and I watch them roll away again’, was alles wat hij had. Ik pakte dat stukje tekst en maakte het af. Otis schreef niet graag over zichzelf en daarom deed ik het. ‘I left my home in Georgia, headed for the Frisco Bay’; het ging dus letterlijk over hem.”
In november 1967 voltooiden Redding en Cropper de tekst en muziek van The Dock Of The Bay in de Stax studio. Redding’s emotionele zang wordt ondersteund door het ingetogen gitaarspel van Cropper. Tegen het einde van het liedje is het beroemde stukje fluiten te horen. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat Redding nog enkele zinnen zou zeggen, maar hij vergat de tekst waarop hij begon te fluiten.
Dock Of The Bay werd in eerste instantie niet goed ontvangen door Reddings label en zijn vrouw Zelma. Het was in die tijd een a-typisch liedje voor het soulgenre. Maar Redding zette door, had zich laten inspireren door het The Beatles-album Sgt. Pepper’s Lonely Heart Club Band en probeerde met het liedje een soortgelijk gevoel te creëren.
Na de opnames ging Redding verder met zijn toernee. Op 10 december verongelukte hij doordat het speciaal gehuurde vliegtuigje neerstortte in het meer van Monona in Wisconsin. Ondanks het mistige, regenachtige weer en waarschuwingen niet te vliegen, steeg de Beechcraft H18 toch op. Aan boord Otis en vijf bandleden van de begeleidingsband The Bar-Kays. Zo’n zes kilometer voor de landing vroeg de piloot toestemming om te landen. Er leek niets aan de hand. Bar-Kays Trompetist Ben Cauley zou de enige overlevende zijn. Hij werd net voor de landing wakker en maakte zijn stoelriem los. Het volgende moment dat hij zich herinnerde, dreef hij in het ondiepe water. Hij was blijkbaar uit het toestel geslingerd. De rest van de passagiers vond de dood. Gitarist Jimmy King, Saxofonist Phalon Jones, organist Ronnie Caldwell, drummer Carl Cunningham (allen van The Bar-Kays), Otis Redding en de piloot van het toestel Richard Fraser.
Cropper mixte het nummer af na Reddings dood. Hij voegde er geluiden van zeemeeuwen en golven aan toe, precies zoals Redding hem dat gevraagd had. Het fluitende einde van het liedje werd opnieuw opgenomen en ingefloten door Sam ‘Bluzman‘ Taylor, Reddings bandleider.
In januari 1968, een paar weken na zijn dood, werd het liedje toch op de markt gebracht. Het is Reddings enige nummer-1-hit in Amerika. In de Nederlandse Top 40 bereikte het liedje de zesde plaats.